De centrale entrees van de tuin en de appartementen worden verbonden door een breed pad, zodat de hoofdroute meteen duidelijk is. De ramen en balkons zijn daarbij verscholen achter de beplanting, waardoor de privacy gewaarborgd blijft. De entree krijgt allure door de brede trappen en geïntegreerde hellingbaan, met groene randen langs deze bouwkundige elementen. Zo is de verhoogde binnentuin goed toegankelijk voor minder validen en mensen met een kinderwagen. Daarnaast zijn de hoofdpaden vlak en uitgevoerd in halfverharding, zodat de toegankelijkheid gewaarborgd is. Het dek is uitsluitend voor voetgangers toegankelijk, maar fietsen worden gestimuleerd doordat er naast de entree parkeergelegenheid voor fietsen is op de begane grond.

Landschappelijke opzet
De groene scheggen in de tuin zullen oplopen, waardoor er op een strakke manier hoogteverschillen ontstaan. In de hogere delen is er ruimte voor groter plantmateriaal, zoals bomen of meerstammige heesters. De verhoogde delen worden ook gebruikt als zitranden in het centrale deel van de tuin. Speelelementen en fitnessapparatuur worden deels in de centrale pleintjes en deels in de tuin geplaatst, zodat volwassenen en kinderen vrij kunnen bewegen en er ook ruimte is voor rust op de banken rondom. Via een netwerk van subpaden en stapstenen kan men op een informele manier door de tuin wandelen.

Zonering
Rondom en tussen de gebouwen zijn diverse landschappen en functies te vinden. De appartementen worden omringd door een basisbeplanting van bodembedekkers, met hogere beplanting naar de randen toe om de privacy van de bewoners te waarborgen. Hier bevindt zich ook functioneel de toegang tot de parkeergarage en een onderhoudspad van halfopen verharding voor de woningen.
In de verhoogde binnentuin is er een mix van functies en beplanting. Door verschillende zones in de dak- of binnentuin te creëren, spelen we in op zowel actieve als rustige plekken in de tuin. Het centrale deel zal meer gericht zijn op ontmoeting en mensen, maar in alle zones kunnen mens en dier genieten van diverse waterplanten, kleurrijke beplanting (vaste planten en heesters) en een meer natuurlijk gedeelte met grote stukken dood hout.

Beplanting
In het stedenbouwkundig plan van Groenpoort wordt geadviseerd om voor alle nieuw aan te planten bomen aandacht te besteden aan het vergroten van de plaatselijke biodiversiteit. Daarom stellen we voor om bij voorkeur boomsoorten te gebruiken die nuttig zijn voor bijen en vogels, met variatie in bloeiperiodes. We adviseren een mix van solitaire bomen langs de buitenrand, zoals paardenkastanjes, meidoorns en lijsterbessen, die nectar en stuifmeel leveren en voedsel bieden voor vogels. In de binnentuin zal één grotere boom het middelpunt vormen, terwijl kleinere bomen (zoals Tetradium daniellii, de bijenboom) en bloeiende heesters (zoals liguster en meidoorn) de biodiversiteit verder zullen versterken. Het behouden van zichtlijnen vanuit de binnentuin naar de omgeving blijft een belangrijk uitgangspunt.
Naast de binnentuin en de groene buitenrand zal er ook groen worden geïntegreerd in de gevelbakken. Hierbij wordt een mix van siergrassen, bloeiende vaste planten en hangplanten voorgesteld. We denken hierbij aan een jaarrond aantrekkelijk beeld en voedsel voor insecten: in de zomer bijvoorbeeld ijzerhard (Verbena bonariensis), kattestaart (Lythrum salicaria), margrieten (Leucanthemum vulgare) en marjolein (Origanum). Voor de herfst denken we aan hemelsleutel (Sedum), Liatris en herfstasters (Aster). Siergrassen (zoals Pennisetum) hebben weinig water nodig, geven het gebouw een weelderige uitstraling en behouden hun structuur in de winter. De diversiteit aan bloemen zal alle groene zones van het gebouw en de omgeving een samenhangend geheel geven.